Shads gebruiken we in grofweg 2 maten, zo rond de 8 à 10 centimeter en tussen de 15 en 25 centimeter. De laatste categorie met loodkoppen tussen de 20 en 120 gram. De eerstgenoemde categorie komt daar vaak aan een enkele haak boven aan de onderlijn. Dit noemen we ook wel de bijvanger. Het idee hierachter is dat de grote shad een jagende vis imiteert waarbij de bijvanger de prooi is. Dit lijdt tot aasnijd en een grotere vis zal al snel genijgt zijn toe te slaan. Vaak is het zelfs zo dat we de grootste vissen binnen halen op het kleine bijvangertje.